Dennenbomen, die uit de familie van dennenbomen komen, zijn de algemene naam van coniferen. Dennenbomen zijn een soort boom die in verschillende omgevingscondities groeit en in bossen voorkomt. Deze bomen, die zowel in de zomer als in de winter lommerrijk kunnen blijven, worden zowel in tuinen als in parken gekweekt omdat ze de lucht zuiveren. Dennenbomen komen voor in zeer grote gebieden, vooral omdat ze bestand zijn tegen de barre klimaten van de noordelijke regio's. Er zijn ook verschillende pijnbomen die in het tropische klimaat leven.
Functies van pijnboom
Dennenbomen zijn een boomsoort die bijna overal kan groeien en bijna overal ter wereld te vinden is.
Er zijn meer dan 100 soorten pijnbomen in de wereld. Er zijn 5 verschillende variëteiten in Turkije. Aleppo-den, Perzische den, grove den, lariks en rode den komen voor in Turkije.
Het is een zeer duurzame boom die op alle gronden kan groeien.
Het laat geen bladeren vallen in de winter en de zomer.
Ze zijn langlevend, sommige soorten kunnen wel 1000 jaar oud worden.
Het is bestand tegen droogte.
Het heeft kegels en deze kegels bevatten pijnboompitten.
Het heeft hars en het wordt gebruikt.
Het is vooral goed voor hoest en astma.
Het wordt gebruikt bij het maken van parfums.
Het absorbeert het meeste stof in steden en voorkomt milieuvervuiling.
Hoe een pijnboom te laten groeien?
Het is een soort boom die gemakkelijk te kweken en te onderhouden is. Ze kunnen worden vermeerderd met behulp van de zaadmethode en de entmethode. Als het als zaadje moet worden geplant, moeten de pijnbomen de huiveringwekkende periode hebben overleefd. Als de afkoelperiode niet is verstreken, kan het kiemen lang duren. Dennenboom kan worden gekweekt door de zaden in de kegels in de grond te planten.
De zaden van de dennenboom worden een dag in water gelaten. Zo ontkiemt het makkelijker. Zaden die in water wachten, worden in potten geplant. De diepte van de gebruikte pot is belangrijk voor de opbrengst van de boom. Boomwortels groeien makkelijker in een diepe pot. Een derde van de grond moet klei of rode grond zijn. Er moet dezelfde hoeveelheid rivierzand of dierlijke mest worden toegevoegd. De diepte van het zaad mag niet te veel zijn. Indien diep geplant, zal kieming moeilijk zijn.
Na het planten van het dennenzaad wordt een kleine irrigatie gedaan en na een tijdje is er geen behoefte aan meer irrigatie. Irrigatie moet niet snel gebeuren. Het geplante zaad moet op een zonnige plaats worden bewaard en mag in het algemeen niet worden verplaatst.