Zoals bij elke ziekte, is de eerste behandeling bij de ziekte van Parkinson medicamenteuze therapie. Patiënten worden geprobeerd te genezen met medicijnen.
De eerste groep medicijnen zijn medicijnen die symptomatische behandelingsmedicijnen worden genoemd, dat wil zeggen dat ze niet gericht zijn op het tekort aan dopamine, maar om de klachten van de patiënt te corrigeren.
De tweede groep medicijnen zijn medicijnen die dopamine worden genoemd, die zelf geen dopamine zijn, maar een dopamine-achtig effect hebben of om het lichaam de resterende dopamine effectiever te laten gebruiken.
De derde groep medicijnen is dopamine zelf.
Dopaminetherapie is de behandeling die de symptomen van de ziekte het beste corrigeert. De ervaring heeft echter geleerd dat na een paar jaar bij patiënten die dopaminetherapie of medicamenteuze therapie krijgen (na 4-5 jaar bij patiënten die een gemiddelde dosis medicatie krijgen), sommige bijwerkingen optreden, dit keer als gevolg van medicamenteuze therapie.
Bijwerkingen van dopaminetherapie
Een van deze bijwerkingen is onwillekeurige bewegingen. Wanneer de patiënt medicatie neemt, verbeteren zijn klachten over de ziekte, maar na een tijdje beginnen onwillekeurige bewegingen in zijn handen, armen, lichaam en hoofd te verschijnen, alsof hij niet stil kan staan en dansen.In de loop der jaren beginnen patiënten vast te zitten tussen het onvermogen om zonder medicatie te handelen of de symptomen van de ziekte en de bijwerkingen van de medicatie. Om deze reden wordt bij medische behandelingen geprobeerd om dopamine zo laat mogelijk naar het slagveld te brengen.
Hiervoor wordt in de vroege stadia gestart met een symptomatische of dopaminetische behandeling en wordt getracht zoveel mogelijk met deze behandeling te worden ingenomen. In gevallen waarin deze behandelingen niet voldoende zijn, worden andere medicijnen gebruikt.
Chirurgische methoden die worden gebruikt bij de behandeling van Parkinson