Vagina betekent schede of schede in het Latijn. De vagina is het spierkanaal dat zich uitstrekt van de baarmoederhals (baarmoederhals) naar de buitenkant van het lichaam van de vrouw. De lengte varieert tussen 15 en 18 inch. De vaginale mond bevindt zich onder de urethrale opening.
Onder normale omstandigheden raken de wanden van de vagina elkaar. De vagina is geen holte in het lichaam. De wanden van de vagina zijn bedekt met een slijmvlies. Dit slijmvlies is een dunne laag weefsel bedekt met een dichte, gladde vloeistof. De vagina bevat twee kamerachtige delen: de voorste (anterieure) vaginale fornix en de achterste (posterieure) vaginale fornix. Samen creëren ze een ronde vorm. De baarmoederhals stijgt iets in de vagina. Een heel klein gaatje in de baarmoederhals zorgt ervoor dat het sperma naar de voortplantingsorganen kan reizen. De vagina bevat veel kleine klieren die vocht kunnen afscheiden. De vagina is een zelfreinigend orgaan en deze afscheidingen zorgen voor smering, reinigen de vagina en zorgen voor de juiste zuurgraad.
De vagina wordt tijdens de bevalling het geboortekanaal genoemd. De vagina is de poort die de baby uit de baarmoeder tot leven brengt buiten het lichaam van de moeder. De vagina is verrassend flexibel en kan tijdens de bevalling meerdere keren zijn normale breedte uitrekken. Tijdens de bevalling wordt de baarmoederhals ook beschouwd als onderdeel van het geboortekanaal. Tijdens de eerste fase van de bevalling gaat de baarmoederhals bijna 10 centimeter open. De baby komt uit de baarmoeder en komt in de vagina. Het geboortekanaal buigt om zich aan te passen aan de breedte van de baby. De spieren in het geboortekanaal helpen de baby uit het lichaam van de moeder te duwen. Het lichaam van de baby verandert ook. Er vormt zich een zachte plek op hun hoofd, zodat ze kunnen worden uitgetrokken zonder de baby te schaden.
Moeten er in de eerste jaren van het huwelijk kinderen worden geboren?